Lees je vrij – februari 2021

Ik heb weinig herinneringen aan vroeger. Zo weet ik bijvoorbeeld niet of mijn vader en moeder mij ooit hebben voorgelezen. Ik vermoed van niet. Wel weet ik dat lezen mij mateloos boeide. Dat moet dan op school, de Prinses Margrietschool voor Chr. Lager Onderwijs te Diemen, begonnen zijn. Bladerend in mijn Rapportboekje, bestaande uit een achttal vergeelde blaadjes, bijeen gehouden door drie roestige nietjes, met voorin de prachtige tekst: “Dit boekje dient om Ouders en Voogden op de hoogte te houden van de Vorderingen, de Vlijt en het Gedrag hunner kinderen of pupillen.”, vallen mij direct de prima cijfers voor het lezen op. In 1955, ik was toen bijna 7 jaar, begon het met een 6 ½ , doch nog maar een jaar later prijkte er al een dikke 9.

Ik herinner me, naast de trouwbijbel, geen eigen boeken in huis. We, vader, moeder en ik, hadden het niet breed. Ieder dubbeltje moest worden omgekeerd, er was soms nauwelijks genoeg geld om de zo nodige gas en lichtmuntjes te kopen, laat staan dat er boeken gekocht konden worden. Wel waren we lid van de Chr. Bibliotheek Patrimonium. Ik werd een fervent bezoeker en nam stapels mee naar huis. Pietje Bel. Arendsoog. Pim Pandoer. En later veel detectives. Ik verslond ze.
De leerboeken op school vond ik minder interessant. Zoals duidelijk wordt uit het Rapportboekje: “Piet kan veel beter. Gedrag en vlijt zijn onvoldoende. Ik kan dan ook niet tevreden zijn over Piets werk. En dat is erg, want hij kán het best!” Uiteindelijk bleef ik met vijf keer 4 en een 3 zitten in de 6e klas (is nu groep 8). Een vermelding, opgeschreven bij de 2e klas, doet mij gelukkig nog steeds glimlachen: “Als ik voor praten een cijfer moest geven dan kreeg Piet een 10. Maar Piet dat mag zo niet doorgaan, denk er om.” Er moet toen al een klein verhalenvertellertje in mij verscholen hebben gezeten.

Pas toen ik na de L.T.S. naar de Fotovakschool ging begon iets in mij het leren leuk te vinden. En met de studie theologie, waar ik op m’n 30e mee begon, ging er een compleet nieuwe wereld voor mij open. Filosofie, Psychologie, het bijbels Hebreeuws, Grieks, exegese, hermeneutiek, het verhaal achter de woorden, de verwondering, het blijft me tot op de dag van vandaag inspireren. Natuurlijk doet het dan pijn dat ik dit studiejaar geen colleges kan geven op Hogeschool Windesheim en de theologiestudenten niet kan overladen met tal van boeken waarmee ze zich kunnen voeden. Maar ze zijn nog niet van mij af. Zodra er weer fysiek college kan worden gegeven ben ik er weer!

Gelukkig zijn er in deze lock-down periode nog wel een paar mensen met wie ik van aangezicht tot aangezicht kan delen van wat mij zo raakt in een net gelezen boek. Ook lees ik nu sinds kort met een zielsverwant samen uit hetzelfde boek: ‘Liefde in de wildernis’ van Miriam Lancewood. Heerlijk om elkaar ’s avonds minstens een half uur voor te lezen. Het verhaal ontvouwt zich dan stapsgewijs, als een trage wandeling waarin van alles zichtbaar kan worden wat met een snelle lezing aan het oog zou ontsnappen. Ik kan me nu al weer op de volgende voorleesbeurt verheugen.

Onlangs was er een pleidooi om in deze tijd van gesloten winkels boeken te kopen bij jouw, liefst zelfstandige boekhandel in de buurt. Voor mij is dit Linnaeus Boekhandel in Amsterdam-Oost. Wat een feest is het als de bestelde boeken, prachtig ingepakt, door een van de verkopers aan huis worden bezorgd. En je gelijk een uiterst boeiend gesprek aan de deur kunt krijgen.
Ja, er is een lock-down en er is heel veel op slot maar weet dat je met een boek altijd naar buiten kunt, nieuwe werelden kunt ontdekken, grenzeloos kunt reizen, jezelf en de ander steeds weer opnieuw kunt leren kennen.
Lees… lees je vrij… en vertel elkaar van de reizen die je maakt. Ik wens het je van harte toe!

Dat het een bijzondere en inspirerende maand mag zijn!
Met warme groet, Pete
En voor mijn Griekse vrienden:
Μπορεί να είναι ένας ξεχωριστός και εμπνευσμένος καλός μήνας!
Με αγάπη, ο Πήτερ

pete-pronk-column-2021-02